VIJFDE HOOFDSTUK.
Doordat ik Molly dagenlang׳ plaag met het verhaal van de vergiftigde aspirientjes en omdat zij er niet tegen kan, dat ze niet ernstig wordt genomen, doet ze extra haar best om op Grilly te passen.
Ze laat haar geen seconde alleen. Waar ze gaat of staat, altijd is Molly op een afstandje van haar te vinden. Ik weet niet, of Grilly zelf de ijver op prijs stelt. In elk geval is ze veel te slim om te laten merken, dat Molly's aanwezigheid haar eigenlijk te lastig is.
Natuurlijk ziet ze nu en dan wel eens kans aan Molly's waakzaamheid te ontsnappen. De ene keer moet ze even een boodschap in het dorp doen;'de andere keer gaat ze naar de kapper. Twee of drie keer in de week is er altijd wel een gelegenheid, dat ze alleen kan zyn.
״Molly, ik ben dadelijk terug; het is niet nodig, dat je met me meegaat. Neem er zelf maar een half uurtje je gemak van."
Dat doet Molly echter niet.
Niet alleen, dat ze rebels is, omdat iemand geprobeerd heeft mij door middel van een opzettelijk auto-ongeluk de pijp uit te helpen —■ maar ze is jaloers. Zo mooi en goed kan zij niet comedie spelen, of ik, als man, merk dikwijls genoeg op, dat ze doodgewoon kwaad wordt als Grilly naar me kijkt of als ik die tante min of meer aandachtig gadesla.
47