in stukjes, en nu vul ik de lege toetjes met doodgewone onschuldige Virginia-shag. De marijuana trek ik door het toilet. Ik heb nu tien namaak-maryuanasigaretten. Die steek ik voorzichtig in mijn cigarettenkoker, die ik open in de zijzak van mijn colbertje stop. Ziezo, Tony is klaar voor de hinderlaag.
Dorry denkt, dat ik me tot aan mijn merk vol met alcohol heb geladen. De rol van de zuster met het edele hart, speelt ze nu niet meer. Ze is open en eerlijk het juffie van de vlakte; de echte landhaai.
״Wil je roken, liefje V' vraagt ze.
״Die Engelse sigaretten van jullie zijn mij te flauw", zeg ik lodderig, ״heb je niet iets pittigersf'
Nou dat heeft ze, hoor! Ze wenkt de vent achter de bar. Even later duwt ze me een toetje marijuana in de hand.
״Wat is dat?" vraag ik schaapachtig.
״Een pittige cigaret. Maken we hier zelf. Steek maar eens op."
Ze helpt me met het vlammetje.
Ik doe een voorzichtig trekje. De smaak is hartverscheurend. Ik eet nog liever een nest jonge hondjes. Goochelen is nooit mijn vak geweest, maar het lukt me de echte vergifstok stiekum te verruilen voor een van de namaakdingen, die ik in mijn colbertzak heb.
Nu zit ik met een dromerig gezicht zogenaamd te genieten. Ik blijf volkomen bij mijn positieven, maar ik imiteer zo goed en zo kwaad als het kan, de starre blik van de echte marijuana-roker.
Drie keer moet ik goochelen. En drie keer lukt het
113
Ik lijk op 't lijk 8