met je klompen aan kun je voelen, dat er tussen Dorry en Angelo iets aan de hand is. Als je een beetje in het leven hebt rondgekeken, weet je wel wat ik bedoel. Omdat ik wil proberen Dorry's tong te schrapen (misschien weet zij het adres van Marku), besluit ik tot een aanval langs indirecte weg.
״Arme Angelo", zeg ik met een tronie als een plafond-engeltje, ״arme vent. Hij maakt op mij een reuze schrandere indruk. Een paar dagen geleden heb ik met hem zitten scrabbelen en hij won slag op slag. Dat bedwelmende goed komt van de duivel zelf. Een man met zo'n verstand. ... zonde is het."
Dorry kijkt me meewarig aan.
״Het is net zoals je zegt, Tony", kirt ze met een snik in haar groc-stem, ״een verstand" dat die jongen heeft. Toen hij acht en twintig was, stond hij al als professor in Oxford."
״Professor in Oxford?'
״Ja, wist je dat niet? Klassieke talen. Professor Angelo Ogden, wereldberoemd. Maar op een dag rookte hij een marijuana, zo maar voor de aardigheid. Hij moest het ook eens proberen. En nou zit hij in Angelo's Bookshop. Mooie carrière als je er over gaat nadenken."
Ze heeft nu echte tranen in haar ogen. Gek, op een of andere manier mag ik haar opeens erg graag. Niet dat ik verliefd op haar ben, beware nee. Maar ze heeft iets in haar ogen, dat me aan mijn eigen moeder doet denken.
Omdat ik toch niet zwijgend kan blijven zitten filosoferen, zeg ik:
״Hoe lang is dat nu al tussen jullie?"
104