Dat zie je als vakman dadelijk. Ze moeten bij ons in de zaak zijn. Recommandatie-klanten.
Over de hoge brug van de Herengracht brult een kanjer van een slee met een moordgang in onze richting. Bovenop de kattenbochel gooit de chauffeur zijn grote lichten op volle kracht vooruit. Daar bovenop slingert hij er nog twee schijnwerpers tegenaan. Het lijkt wel de rijdende Brandaris. Dat is gekke chauffeur nummertje twee vandaag.
Als een voortvluchtige raket suist de slee naar het trottoir aan mijn huizenkant. Het ondier springt de stoep op. Van onderen!
Met die lange armen van me grijp ik de heer, die het dichtst bij me is. Ik slinger hem met een kwak in het portiek. Omdat ik geen inktvis ben, kom ik armen tekort om die tweede voor de auto weg te sleuren. Hij krijgt een aai van het spatbord en zakt kreunend in elkaar.
Nou, als dat een ongeluk is, ben ik de keizer van Abessinië. Daar moet ik meer van weten. Ik spurt achter de slee aan.
De sneeuw is dik, maar niet zo erg glad. Er komt een tram van de Reguliersbreestraat, die de toegang tot de Halvemaansteeg verspert. Aan de kant van de Amstelstraat staan twee taxi's te prutten om uit de sneeuw te komen.
Ik ren als Zatopek, even voor het Wereldkampioenschap.
Achter me hoor ik knallen. Vuurwerk. En het is nog lang geen Koninginnedagf Ik kijk even achter me. De vent, die de opdoffer met het spatbord heeft ge
9