ven door een reeks van censuürmaatregelen (die in een vórig hoofd״! stuk zijn geschetst) vond zijn oorsprong in diezelfde gezindheid.
Deze conservatieve scherpslijpers miskenden de diepere oorzaken van het fascisme in Italië en van het nationaal-socialisme, dat in Duitsland steeds wanstaltiger vormen aannam. Hitier marcheerde met zijn bruine stormtroepen door de Weimar-Rep ubliek. Hij had in 'Mein Kampf' zwart op wit gegeven welke misdadige doeleinden hij najoeg... maar altijd weer won hij de steun (en de miljoenen Marken) van de Roerkapitalisten. Die vonden het prachtig, dat hij de lastige socialisten en de nog lastiger vakbeweging zou vernietigen. Een hunner (Hugenberg) heeft het, voordat Hider de oppermacht greep, eens zo uitgedrukt: 'We kunnen altijd nog uit de trein stappen, als het ons te gek wordt.' Zijn denkfout was, dat als het fascisme een trein is, het eentje is met een machinist, doof en blind voor de noodrem. De beeldspraak van de trein klopte niet. Beter is: wie paardje wil rijden op een tijger, moet blijven rijden of anders wordt hij opgevreten.
Dat ondervond de Oostenrijkse bondskanselier Dollfuss in 1934. Hij was ook zo een politicus, die dacht: als ik de socialisten maar verpletter, krijg ik van het fascisme geen last. Hij ontketende een bloedige burgeroorlog ('Wiener Blut'). Zijn kanonnen bombardeerden de huizenblokken van de Oostenrijkse arbeiders. De socialisten werden ondergronds gejaagd... en een paar jaar later haalde de Oostenrijker Seyss Inquart, Hitier binnen. De socialisten en de vakbeweging, die mogelijk het gevaar hadden kunnen keren, waren tot machteloosheid gedoemd. Oostenrijk werd nationaal-socialistisch. Dollfuss, symbool van de tragische vergissing, die zoveel conservatieven in die jaren hebben gemaakt.
In ons eigen land was het al niet anders. Een muiterij op het oorlogsschip 'De Zeven Provinciën' in de Indische wateren, in verband met slechte arbeidsvoorwaarden en gebroken beloften van verbetering, was het sein voor de conservatieve scherpslijpers in ons land om een ongekende rel tegen het democratisch-socialisme te ontketenen. De politieke partij werd voor het overheidspersoneel verboden, de krant van die partij mocht door hen niet worden gelezen, het mocht geen lid van de vara zijn.
׳ Minister Colijn, 'de sterke man' van Nederland, poseerde toen als de kampioen van de zuivere democratie... de socialisten van de sdap, van het nvv, van de vara en de andere culturele organisatie, dit
86