Omdat bij de radio echter een voorafgaande controle werd ingesteld, vond de toenmalige, regering, dat te een Radio Controle Commissie : moest aanstellen. Die bedacht op haar beurt weer, dat ze allerlei radio: teksten van tevoren moest opvragen. Dat zat aan het systeem vast. Het werd het dolste kluchtspel. Allerlei vooraanstaande Nederlanders, kamerleden, mensen van naam en faam, moesten hun tekst vooraf inzenden. De Internationale en de Socialistenmars mochten niet meer worden uitgezonden. Toen in 1933 de nazi's in Duitsland Marinus van der Lubbe ter dood brachten, omdat hij de rijksdagbrand zou hebben aangestoken (de waarheid dat de nazi's zelfde daders waren, kwam pas na de Tweede Wereldoorlog aan het licht) - toen gaf de vara enkele minuten stilte ter herdenking. Stilte, uitzenden? Mocht ook niet!
De Rococo, zoals die commissie werd genoemd, was beslist niet populair. In een nogal bewogen Tweede-Kamerdebat in 1930 wees de woordvoerder van de democratische socialisten, ir. Albarda, erop dat door dit voorafgaand toezicht de regering feitelijk de verantwóórdelijkheid droeg voor alle radio-uitzendingen. Hij vond dat de regering zo'n verantwoordelijkheid in beginsel niet mocht en in de praktijk niet kon dragen. Maar de regering, gesteund door de meerderheid in de Kamer, gaf geen kamp. Trouwens de vara ook niet. 'De omroep van het vrije woord' - aan die bijnaam herkende iedereen het karakter van de vara.
Na de bevrijding werden de omroepverenigingen verantwoordelijk tegenover de wet, precies zoals de redacties van kranten, de schrijvers van boeken, de sprekers op vergaderingen. De strijd voor het vrije woord vormt een der glorierijke hoofdstukken in de geschiedenis van de vara.
Wie het voortbestaan van de vrijheid op prijs stelt, dient zijn kinderen te leren hoe de vrijheid werd bevochten. Waar blijft ons recht de jeugd te verwijten, dat ze zich van al deze dingen niets meer aantrekt, wanneer wij er met de jeugd niet ofte weinig over hebben gesproken?
71