Een klein mannetje met een klein potloodje (40 jaar VARA)

aan het Zomerfeest de wegen van Amsterdam naar het Gooi, met kop-spijkertjes bestrooien.

Op korte termijn waren radicale tegenmaatregelen nodig. Het dage- ■ ׳lijks bestuur van de federatie Amsterdam van de vara had een vertrouwelijk beraad met de afdelingsvoorzitters. De contra-actie was afdoende.

Op de ochtend van zondag de twaalfde juli 1931 kwamen op de verschillende verzamelpunten van de stad fietsers bijeen. Vijftienduizend. Maar tot grote verbazing van vele fietsers waren er ook honderd vrachtwagens present, over de verschillende fietsstoeten verdeeld.

Wie mee wilde fietsen, moest een kwartje extra betalen. Het kwartje diende ter bekostiging van de vrachtwagens. Tussen de stoeten zou namelijk op elke 150 fietsers één vrachtwagen meerijden. Lekke band onderweg? Geen nood. Je wipt met fiets en al in de vrachtwagen, daar wordt de band geplakt, terwijl de karavaan verder trekt. Op de vrachtwagens zaten de vrijwillige bandenplakkers klaar met vaten solutie en bergen plaklapjes.

De fietstocht, die was opgezet als een tocht naar een zomerfeest, werd opeens een kruistocht. We zouden die zwarthemdige fascisten eens mores leren.

Inderdaad, de wegen naar Hilversum waren bezaaid met kopspijkers. Hier en daar had men zo goed en kwaad als het op zondagmorgen ging, de weg wat geveegd, maar duizenden venijnige prikkers lagen op fietsbanden te loeren. De tocht van Amsterdam naar Hilversum duurde drie maal zo lang als normaal, want al werkte het systeem van de vrachtwagens perfect, oponthoud gaf het natuurlijk wel.

Maar de glorie, toen men eindelijk in het Spanderswoud aankwam! Er waren, welgeteld volgens de ingeleverde toegangsbiljetten, honderdvijfentwintigduizend bezoekers. Tussen de bomen hing een stofwolk, alsof zoeven de Krakatau was ontploft. Maar niemand proefde het. Het was bloedheet weer, stof en zweet plakten aan de gezichten van de mensen. Maar iedereen klopte iedereen tevreden op de schouders : 'Wat een dag... wat een dag...'

'Deze dag zal ons, mijn vrouw en mij, altijd bij blijven.'

Dat schreef ons de heer B. J. Koning, Juliana van Stolbergstraat 56, Amsterdam-W. over het Zomerfeest in het Spanderswoud.

'Wij wisten dat er een groot feest van de vara zou plaatsvinden, zodat er op de weg van Amsterdam richting Hilversum een grote

67