zevende hoofdstuk, waarin iemand in Hilversum naar de W.C.
gaat en in Groningen wordt gehoord, Hugo de Groot verhuist en les geeft.
De eerste uitzendingen van de vara waren een geval van inwoning. We bezaten geen eigen studio. We mochten al blij zijn, dat we niet te veel schulden bezaten. In de radio ging alles op zijn jan-boerenfluitjes.
In Hilversum stond de Nederlandse Seintoestellen Fabriek, kortweg genaamd de 'En-es-ef'. Die maakte min of meer hanteerbare radiotoestellen. In het Nederlands Postmuseum in Den Haag staan nog een paar van die ouwe knarren. Iedereen heeft er vrij toegang. Mocht u in de buurt komen, ga dan eens kijken. U blijft lachen. Toch interessant!
Die toestellen waren hele meubelstukken. Op Empire-poten, echt nieuw antiek, of 'Kwien En' met krullen en tierelantijnen, zoals dat in die tijd bij de deftigheid behoorde. Want 't geld moest je wel op je rug groeien, wilde je zo'n muziekmachine in je salon parkeren. Er bestaat een afbeelding van het eerste toestel, dat koningin Wilhelmina gebruikte. Het moet in zijn tijd een kostbaar koninklijk geval geweest zijn. Maar als je tegenwoordig zo'n orgel bij een boom legt, moet je er wel een kwartje naast deponeren, anders neemt de voddenman het niet mee.
Die 'En-es-ef' zond ook programma's uit. Onder ons gezegd en gezwegen, dat moest ze wel. Wie een toestel koopt, wil ook wel eens iets horen, dat is maar onzin.
Bij die 'En-es-ef' vroeg de vara inwoning wanneer ze weer eens een paar tientjes overhad, die ze tegen een program wilde aansmijten.
In die echte studio stond de microfoon op een houten bok. 'Om de trillingen tegen te gaan.' De studio was een niet te grote kamer met een paar meter textiel langs de wanden. 'Om het geluid te dempen.' De Engelse ingenieur White zorgde voor de techniek. Een echte 'knoppen-machinist'. Voor gewone mensen had hij iets van een tovenaar.
De mensen van de 'En-es-ef' waren ons zeer behulpzaam. Maar hoe gaat het in het leven? Als de kleine kangeroe lang genoeg in de buidel van mammie heeft meegelift, wil het diertje ook wel op zijn eigen achterpootjes huppelen. De vara keek dus uit naar een behuizing, waar ze 'zich zelf' kon zijn.
42