Uit het tuinmansvak kwam hij via enkele tussenstations terecht op het secretariaat van de Sociaal Democratische Arbeiderspartij, de sdap; dat was omstreeks 1920. Daar ontmoette ik hem voor het eerst. Hij stichtte een krant voor jonge sdap-ers 'De Daad'. Ik was vast medewerker. Een super-intelligente jongeman, die Zwertbroek, vaardig in het hanteren van de pen, vlot spreker op vergaderingen. Hij beschikt over het vermogen 'alles te kunnen goedpraten' zoals de volksmond zegt, waarbij zijn eigen mening desnoods bijkomstig kon zijn. De 'fout van zijn kwaliteiten' was een ziekelijke onrust, in welke positie hij ook verkeerde. Een fantast. Een dubbele persoonlijkheid. Van het secretariaat van de s D A v verhuisde hij naar een functie in de administratie en reclame van 'Het Volk', het dagblad van de s D A p. Ook daar verliep zijn carrière niet zonder emoties, want hij nam zijn goede en zijn nadelige karakter-eigenschappen mee van de ene betrekking naar de andere.
De gedachte een arbeidersomroepvereniging te stichten, waar Le-vinus van Looi mee kwam aandragen, lokte hem aan. Een nieuw medium van communicatie. Een geheel nieuwe organisatie. Nieuwe mensen. Een functie 'zonder verleden', een toekomst met onmeetbare mogelijkheden. Als ooit een schroef in een gaatje scheen te passen... Gerrit Jan Zwertbroek was voor de nieuwe va ra geschapen. Hij werd de eerste secretaris van de vara.
De moeilijkheden kwamen in 1934, ze moesten komen, toen de vara een geregelde vereniging begon te worden en in de omroep avon-turisme niet langer kon worden getolereerd. Er zouden desondanks geen openlijke botsingen zijn ontstaan, want een man met de kwaliteiten van Zwertbroek had op een andere plaats in de vara verdienstelijk werk hebben kunnen doen. Hij probeerde zijn rancunes echter kwijt te raken door allerlei vreemde politieke groeperingen te steunen, en die als 't kon heimelijk voor de var a-microfoon te brengen. Daarmee was het belang van de democratisch-socialistische beweging lijnrecht in strijd. Het hoofdbestuur wenste een minnelijke oplossing; het verdedigde die in de verenigingsraad. Maar de verenigingsraad, het hoogste orgaan in de organisatie, maakte in 1934 korte metten en zette hem zonder pardon buiten de deur.
Van dat ogenblik af moest het snel bergafwaarts gaan. Zijn neergang, gezien de gebreken van zijn kwaliteiten, zou waarschijnlijk
38