Achteraf gezien was die 'armoede' echter de grote kracht van de vara. Vierhonderd jaar vroeger was'geuzen' (bedelaars) een erenaam geworden. De kleine mannetjes van de smalle gemeente wisten: wij zijn niet welkom bij geheime financiers, wij hebben geen relaties met grote werkgevers, wij beschikken niet over royale bankiers die ons wel eventjes zullen steunen. We zullen de centjes zélf op tafel moeten brengen. Hoe? Door nieuwe leden te winnen, en ze wonnen die nieuwe leden. Andere kleine mannetjes. Ze hebben samen de VARA bij elkaar gezwoegd.
Als 'opleiding' had Jan Lebon in het vijandige leven meegekregen: lagere school en twee jaar vervolgklasse.
Niet direct de scholing voor iemand die later de eerste financiële verantwoording moest dragen voor een groot bedrijf. Maar (zo iets gebeurt vaker) hij groeide met de vara mee.
Een lastige man soms. Zo eentje die voordat hij iets doet lang nadenkt; en 't dan niet doet.
Ik heb al die jaren met hem in besturen gezeten. Soms zei ik: 'Jij bent iemand die voor elke oplossing een moeilijkheid weet.'
Maar met dat al heeft hij de vara gefiolpen groot te worden. Van i november 1925 tot 12 januari 1963 is hij penningmeester geweest, achtendertig jaar aan één stuk en nooit heeft iemand zijn toewijding, zijn eerlijkheid of zijn bekwaamheid in twijfel getrokken.
Bij zijn afscheid als penningmeester zei prof. H. Brugmans: 'Hij heeft zijn leven lang gehouden van de radio en van de mensen. Dat is zijn geheim geweest.'
En de voorzitter van de vara mr. J. A. W. Burger zei bij die gelegenheid van Lebon: 'Zijn betekenis lag in nimmer aflatende toewijding om de microfoon van het socialisme te beschermen, niet door praatjes maar door machtsontplooiing; de microfoon welker betekenis in socialistische hand soms door felle tegenstanders het best werd begrepen.
Lebon heeft nog een andere betekenis: hij heeft laten zien welke grote mogelijkheden er in arme jongens, in de zogenaamde 'kleine mannetjes' schuilen.
Tot de oprichters van de vara behoort ook Gerrit Jan Zwertbroek. Het is niet gemakkelijk objectief over hem te schrijven, maar ik wil het proberen.
37