Een klein mannetje met een klein potloodje (40 jaar VARA)

Titel
Een klein mannetje met een klein potloodje (40 jaar VARA)

Jaar
1965

Druk
1965

Overig
1ed 1965

Pagina's
162



zesde hoofdstuk waarin het gaat over de mensen, die de arme-jon-

gens-club moesten leiden en hoe ze 't klaar speelden.

In dit boekje heb ik mijn herinneringen zo keurig als 't ging op hun plaats in het rijtje gezet. De personen zijn een beetje in de knel geraakt.

Het wordt nu wel tijd eens wat meer te gaan vertellen over enkele persoonlijkheden, die ik in de jonge vara ben tegengekomen. Verderop in dit boekje ga ik trouwens over nog meer mensen vertellen.

Zoals het behoort, beginnen we dan met de voorzitter, de eerste voorzitter, de allereerste, die de vara heeft bezeten.

Onderzoek naar het vaderschap heeft onomstotelijk uitgewezen, dat de man, die het eerst aan de vara dacht L. (Levinus) J. van Looi heet. Eerst iets over zijn levensgeschiedenis voordat hij op 't idee kwam een vara te stichten.

Levinus van Looi was (en is gelukkig nog) een merkwaardig man. Een Hagenaar. Hij stamt van de hugenoten. Van Looi was vroeger: de la Loi. In zijn jonge jaren verslingerde hij zich aan het beroep van telegrafist.

In Rusland was de revolutie van 1917 uitgebroken. Toen kwam 1918, de Eerste Wereldoorlog was ten einde. In Duitsland kwam de omwenteling van 1918; een ommekeer volgt daar meestal op een verloren oorlog, want zolang 't schijnt goed te gaan, laat je de directeur betijen al is 't nog zo'n fielt. De heftige gebeurtenissen in Duitsland deden enige rimpels ontstaan in het kleine kikkerslootje, dat Nederland heet. De toenmalige burgemeester van Rotterdam, de heer Zimmerman (hij is ten onrechte aangezien voor de uitvinder van het zwarte garen), zag ook een levensgroot revolutiespook in Nederland. Voor ik val, hg ik al.

De regering-Ruys nam die heldenangst van hem over. Een groot deel van het Nederlandse volk meende daarop dat ons eigen land in de greep van de revolutie hijgde. Psychische infectie. De Koningin het zich naar Den Haag rijden, daar spanden opgewonden mannen de paarden van de koninklijke koets uit en gingen zelf in het lemoen lopen. Een krant schreef in die dagen zeer boosaardig: de paarden eraf en de ezels ervoor.

Laten we wel wezen... ook de jonge telegrafist Levinus J. van Looi nam de zogenaamde Nederlandse revolutie veel te ernstig. Het was

3i

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.