ontvanger elkander niet konden 'zien'. Schepen op zee werden met zulke, voor die tijd hypermoderne, telegrafische toestellen uitgerust.
In 1912 stootte het oceaanschip 'Tïtanic' op een ijsberg. Het verging. Meer dan vijftienhonderd mensen verloren het leven. Die ramp maakte een verschrikkelijke indruk. Vijftienhonderd mensen dood in één scheepsramp; de menselijke zenuwen waren toen nog niet afgestompt, zoals nu. Ik was toen elf jaar oud. Ook wij, kinderen waren ontzet. Als ik de ogen sluit zie ik de platen in de kranten weer voor me. Het schip met de achtersteven uit de zee omhoog stekend. De mensen zingend en biddend: 'Nearer my God to Thee'. De mensen vechten bij de sloepen. Voor de vensters van de sigarenwinkels hingen de platen. De verbeelding van de mensen was ongemeen geboeid door de sos-seinen van de radiotelegrafist. Seinend was hij ondergegaan met zijn schip. Marconist op de grote vaart, het was een romantisch beroep, een vak voor kerels.
Veel later ontdekte men, dat die draadloze ook was te gebruiken voor telefonie.
Wist u, dat Nederland het land is waar voor het eerst de radio werd gebruikt om muziek- en andere programma's uit te zenden? Eerder dan in Amerika, eerder dan in Engeland. Amusement, muziek, zang, toneel, lezingen uitzenden - dit is voor het eerst in Nederland gedaan. Niet door de heer W. Vogt, die later kwam. Maar het eerst werd uitgezonden door de Ned. Vereniging voor Radio-Telegrafie. Die beschikte over een eigen zender, de pcgg-zender, gebouwd door en eigendom van ir. ^ Steringa Idzerda. (De zender bestaat nog en hij kan werken ook.) Hij was een echte pionier, deze ingenieur. Toen niemand in de wereld aan de mogelijkheden van de omroep dacht, zag hij reeds de hoofdtrekken van de toekomst vrij duidelijk. Zijn zender telde (voor die tijd) veel luisteraars in Engeland. De Engelse kranten schreven erover en subsidieerden hem. Toen is de Nederlandse Seintoestellen-fabriek in Hilversum ontvangapparaatjes gaan maken. De chef van de verkoopafdeling was W. Vogt. De ns f begreep: als de mensen iets aan onze ontvangapparaten willen hebben, moeten er ook programma's zijn om te ontvangen. Van ir. a Steringa Idzerda is toen het idee geleend om onderhoudende programma's uit te zenden.
Als we het precies gaan uitzoeken is de va ra zeer beslist niet de eerste 'arbeidersradioclub' geweest. Zo en met die woorden staat het althans in 'Radio' van 29 mei 1926. Er waren toen al in Engeland kleine
14