״De jeugd is in die jaren ook niets veranderd", zei ik in de pauze met een effen gezicht tegen Kees Andriessen. Maar die begreep de wenk verkeerd.
״Voor die is het ook een grote dag", zei hij. En hij vertelde me een verhaal. Toen de Duitsers de baas werden in Tilburg was er ook een afdeling van de A.J.C. Die had zich zelf ontbonden; de vijand in handen vallen, nooit! Toen hadden de jongens en de meisjes een wandelclub opgericht en elke Zondag gingen ze de vrije natuur in. ״De kinderen van partijgenoot Mozes wandelden natuurlijk ook mee", zei Kees, ״totdat de moffen verboden, dat Joden lid van de wandelclub waren. O, zeiden toen de jongens en de meisjes van Tilburg, als de kinderen van Mozes niet meer mee mogen wandelen, hebben wij er ook geen zin meer in." En sindsdien was er niet meer gewandeld.
Moge op de jongens en meisjes van Tilburg de zegen rusten, waarmede Mozes, de man Gods, de kinderen Israëls zegende voor hij stierf.
,5« ,!< .׳«
Eerst werd het land ten Oosten van de Gelderse Vallei bevrijd en Harry Leeuw en Jan "Willem Lebon haalden Evert Kupers, mager als een ram, ״zwart" door alle militaire controle heen, om in Eindhoven warme snert te eten en om daarna in zijn hoedanigheid van President Commissaris van de N.V. De Arbeiderspers te verklaren, dat ״Het Vrije Volk" voor het Zuiden zijn instemming mocht oogsten en, wanneer Amsterdam eenmaal verlost zou zijn, door de heren van het Hekelveld als echtelijk kind zou worden erkend. Later kon ook Amsterdam weer vrij ademen en weer wat later ontmoette ik, voor het eerst na vijf jaar, Koos Vorrink weer. Dat was in het huis van Ben en Jo Varekamp in Vught en hij zong de ״Marseillaise". In een auto, die van Vught naar Amsterdam acht uur onderweg was, heeft Koos me toen verteld hoe hij het verleden zag en het heden en de toekomst. Veel was er veranderd en veel was hetzelfde gebleven. Het bleek, dat wij, die op onze eigen slag in het Zuiden hadden geroeid, nog niet zo mis waren geweest, toen we hadden besloten met de oprichting van een gloednieuwe Partij nog maar even te wachten. Eerst moest de inventaris worden opgemaakt, in de Partij en daarbuiten. Het socialisme mocht dan op zoek zijn naar een nieuwe behuizing, dat wilde nog niet zeggen, dat alle socialisten hun huis kwijt waren. In de eerste
56