niet duchtig hadden opgepast, hadden de democraten van de Nederlandse Geheime Dienst hem in de gevangenis of in het gekkenhuis gezet, want Koos liet weten, dat als sommige lieden in Nederland al dan niet met behulp van sommige lieden in Londen, (n.1. generaal Roëll, oudgouverneur-generaal De Jonge en generaal Reynders) na de bevrijding een soort militaire dictatuur wilden gaan uitroepen, er dan moeilijkheden zouden komen. Drie maanden lang is er achter de schermen touw getrokken. Bernard Springer wilde zijn rapport schrijven, zoals Vorrink hem had opgedragen te doen.... en de democraten in Londen vertelden hem, dat hij geen onzin moest neerschrijven. Toen Springer bij de onzin van Koos bleef volharden, ging er een circulaire naar de verschillende departementen met de boodschap, dat deze Engelandvaarder niet in regeringsdienst mocht worden genomen. (Piet Kerstens, toen minister van Economische Zaken, had lak aan zulke circulaires en nam hem toch in dienst.) Een van de boodschappen, die Springer aan den Minister van Oorlog, ir. Van Lidt de Jeude, overbracht, bedoelde de aandacht te vestigen op de noodzaak Lex Althoff met spoed uit Nederland te halen. ״Wie is dat nou weer?", zei Zijne Excellentie. Een mens kan niet alles weten. En Springer heeft nog altijd een brief in zijn bezit van den MinisterPresident bimself, waarin deze hem kond doet, dat de boodschap van Vorrink, die hij kwam overbrengen, onbelangrijk was. Dat Springer een gedeelte van de onkosten, die hij had moeten maken om naar Londen te komen, nooit vergoed heeft gekregen, is natuurlijk bijzaak, want het is bekend genoeg, dat de Regering in Londen uiterst zuinig met de centen is omgesprongen.
Toen kwam mr. J. A. W. Burger uit Dordrecht met een motorboot naar Harwich gevaren en in een drukbezochte vergadering van de Kring (er waren wel vijf en twintig man aanwezig) vertelde hij ons, omstandiger dan we dorsten hopen, wat er zo allemaal in Nederland was gebeurd. Een paar maanden later werd Jaap minister. Ik herinner me een zin uit zijn speech op de gemoedelijke receptie van allemaal sociaal-democraten, die op een Zaterdagmiddag in May fair waren bijeengekomen om hem te feliciteren. ״Ik beschouw deze benoeming in de eerste plaats als een erkenning van de grote rol, die onze partijgenoten in het verzet vervullen — een erkenning, die in Londen wel wat erg laat is gekomen."
5°