Wee den snodaard, die dan weer zou proberen de biljetten van de muur te peuteren. Dat plan werd uitgevoerd.
In een portiek vlakbij stonden we op een kluitje en loerden naar onze biljetten. Lang behoefden we niet te wachten. De deur van het huis, dat we nu al driemaal achter elkander hadden verlucht, ging open en de liberale bewoner, onze vijand, kwam naar buiten. Het was in het late voorjaar, prachtig weer. De man liep op blote voeten. Hij was geen man van losse zeden en hij droeg dus (het was in 1924) geen pyama maar een nachthemd. In deze kleedij begon hij vlijtig het werk onzer handen ongedaan te maken. Dat was te veel! Met een vervaarlijke kreet sprongen we op hem toe, maar als goede strategen namen we onze richting zo, dat we hem de terugtocht naar de huisdeur afsneden. Die deur trokken we eerst in het slot. Daarna voerden we een soort Indianen-dans rondom de man in het nachthemd uit. Vervolgens gingen we voldaan huiswaarts. Hoelang de man op blote voeten en in zijn nachthemd op straat heeft gestaan weet ik niet. Maar ik weet wel heel zeker, dat deze liberaal nooit van zijn leven op de S.D. A.P. heeft gestemd....
Eerlijk gezegd kon ons dat in die dagen ook geen steek schelen. Die beeldspraak van het bolwerk der onwetendheid, had betrekking op arbeiders. Als we eenmaal de arbeiders aan onze zijde hadden, waren we al een heel eind.
In de latere jaren heb ik braaf meegedaan met hen, die mopperden, omdat de Partij in haar verkiezingsacties zo akelig tam was geworden. Het nachtelijke plakken werd afgeschaft; het beschilderen van straten rondweg verboden. We huurden schuttingruimte en lieten die, precies als de liberalen, keurig volplakken. Maar als ik alles achteraf bezie, dan geloof ik, dat die tamheid nog wel diepere oorzaken had dan eerbied voor stedelijk schoon, hoe respectabel zulke gevoelens op zich zelf zijn. In die dagen van voorheen liep de schaal van onze geestdrift ongeveer gelijk op met de hoeveelheid ongerief, die wij onze tegenstanders wisten te bezorgen. Behalve grote plakbiljetten hadden we indertijd ook kleine plaatjes met gom aan de achterkant. Een beetje water was al voldoende om die spijkervast aan een deurpost, een raamkozijn, soms aan de vensters zelf te hechten. Maar naarmate in de Partij het besef ging groeien (moest groeien), dat we toch eigenlijk van huis uit een partij waren voor het gehele volk, gingen we ons afvragen wat het effect van dergelijke
37