alinea van de Beschrijvingsbrief het woord. Die Beschrijvingsbrief was door traditie een uitvoerig geval. De eerste systematisch ingerichte partij-encyclopaedie in jaarlijkse afleveringen. Wie het schriftuur zonder neiging tot critiek begon te lezen, voelde aan het slot legio vragen op de lippen branden, vragen over onderwerpen, die men reeds geheel vergeten had. Maar wie om stof voor critiek verlegen zat, had er een ״mer k boire" aan. De smakkers hadden in de eerste plaats aanmerking op de financiële verslagen, ook al hadden de accountant en de controlecommissie ״boeken en bescheiden" in orde bevonden. Van toezicht op de duiten kwamen eenvoudige partijgenoten altijd diep onder de indruk; Nederlanders zijn nu eenmaal secure baasjes. Vervolgens plozen ze het verslag van de Kamerfractie uit elkander. Ze werkten met lijstjes, waaruit zonneklaar bleek hoe groot het absentisme bij belangrijke stemmingen in het parlement was geweest. Dan riep iemand in de zaal: ״Foei." Daarna lieten ze niet onduidelijk blijken, dat ze het Verslag van de Commissie van Geschillen uit het hoofd konden opzeggen en dat ze deszelfs geheimen hadden ontraadseld. (Die befaamde Commissie, bij welke iedereen in beroep kon gaan, wien Ankersmit een ongevraagd artikel voor ״Het Volk" vergezeld van een kattebelletje in spijkerschrift, had teruggestuurd.... de Commissie, die in haar verslag de appellanten met hun initialen placht aan te duiden, vanwege de discretie vermoedelijk, maar wat nood, iedereen wist toch wel wie achter S. C. R., R. K., P. J. S., E. F., S. d. W., G. v. V. of J. v. W. schuil gingen.)
Daarna kwam de vetste kluif: het verslag van het Partijbestuur. Het vormde de rechtvaardiging voor de algemene beschouwingen, waarmee gewoonlijk de rest van de tijd werd gevuld. Alles bij elkander behoefde men dus heus niet zo inventief te zijn om een goede kans te maken tot afgevaardigde te worden gekozen. Maar zo bè.r gemakkelijk behaalde men het succes nu ook weer niet. Want als in de vervolgvergadering eindelijk, eindelijk!, de congres voorstellen mitsgaders de ingekomen amendementen en niet te vergeten de nagekomen voorstellen aan het oordeel der afdelingsvergadering werden onderworpen, dan pas kwamen de ernstige mededingers in het vuur. Nu telde goedkope critiek niet meer mee. De ״vooraanstaanden" in de partij-afdeling deden zich gelden. En daarvan gingen er geen dertien in een dozijn. Ze hadden een heel jaar lang trouw de verslagen van de Tweede en de Eerste Kamer gelezen; de
23