De Partij

Titel
De Partij

Jaar
1947

Druk
1947

Overig
1ed 1947

Pagina's
83



״den Kamiel" op het spreekgestoelte verscheen, werd er van oppositionele zijde gefloten, maar andere bezoekers applaudisseerden. Nog hoor ik Kamiel in zijn vetste Vlaoms beginnen: ״Ik dank u allen voor uw gul onthaal.... en (dit naar de fluiters) ik dank ook deze heren voor hun gul onthaal, want de dag, dat ik hun goedkeuring zou mogen wegdragen, zou ik mezelf afvragen of ik misschien van het rechte pad was afgedwaald...."

Al word ik zo oud als Methusalem, nooit zal ik die vergadering vergeten. Ik heb er, vele jaren later, wel eens met Kamiel over gesproken. Die herinnerde zich wel, dat hij toen in Amsterdam het woord had gevoerd. Van het fluitconcert wist hij niets meer en nog veel minder van het hoogtepunt — voor ons, jonge garde van de partij, tenminste het hoogtepunt. Een opposant stormde het podium op om herrie te maken. Wolf Lelie — de ouwe trouwe Wolf met zijn reuzenkracht — rende achter hem aan. Hij nam den oproermaker in zijn nekvel, wierp hem met een grote boog door de zaal. Van het midden van het podium, kwak, dóór de rechterklapdeur de gang op. Alles in één worp! En zó iets kan Kamiel vergeten.... (Die opposant is later een trouw lid van de Partij geworden. Als ik lees van Sorel's ״scheppende kracht van het geweld", moet ik altijd aan dat voorval in het Concertgebouw denken.)

Daar was een vergadering in Handwerkers Vriendenkring, waar A.B.K. sprak. ״Als ik de ramen van de zaal openzet", zeide de gérant, ״kunnen de dove oudjes in het werkhuis aan de Roetersstraat hem ook goed verstaan." In die vergadering sprak A.B.K. over een manifest. Iemand had hem n.1. een verkiezingsmanifest gestuurd, van de liberalen geloof ik, of misschien was het wel van een andere partij. Hij praatte er een vol uur over. Hij verveelde ons geen seconde. De volzinnen gleden uit zijn mond alsof hij het Hooglied voorlas in een tekst, die slechts aan hém was geopenbaard. ״De vriend, die mij dit geschrift toezond", sprak hij statig, ״deed het vergezeld gaan van een brief. Duidt het mij niet euvel, aldus doet hij mij kond, dat het epistel aan de buitenkant een weinig besmeurd is.... maar eilieve, zo vraag ik dezen vriend, waarom zijt gij bezorgd, dat het aan de buitenzijde een weinig vuil geworden is.... de inhoud van hetzelve is immers nog veel vuiler...."

Deze openbare vergaderingen van de Partij vergoedden ons het gemis van de huishoudelijke vergaderingen, waar we geen toegang hadden.

15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.