steeds niet veel meer, dan dat er een agent uit Londen in Amsterdam had rondgelopen - maar toch moest men erop verdacht zijn, dat door één of ander dom toeval, of misschien wel door onbedachtzame loslippigheid van deze of gene, de identiteit van Dirk bij de vijand bekend zou worden. Gebeurde dit, dan zou het voor de Duitsers een koud kunstje zijn, een portret van Dirk machtig te worden. De jacht op de vogelvrij-verklaarde zou dan in volle gang kunnen beginnen.
Daarom had Willem besloten dat Dirk Poldervaert, hoe dan ook, een maand of wat ondergedoken moest blijven. En waar en hoe kon hij Dirk in die tijd beter gebruiken dan als telegrafist op de zender in Friesland?
's Avonds tegen twaalven zaten Dirk en Willem in het schuurtje. Het zendertje was opgesteld. Het was koud weer, maar Dirk en Willem hadden rode kleuren van opwinding. Slechts het eigenaardig gerikketik van de seinsleutel verbrak de stilte. Dirk riep Engeland op. Hoogstens tien minuten per dag mocht hij zenden op de tijdstippen, die volgens een afgesproken schema elke dag veranderden. Hij seinde in een geheime code. Omdat de vijand zou kunnen meeluisteren en de code zou kunnen 'kraken', waren de berichten, ook als ze ontraadseld waren, slechts voor ingewijden begrijpeli jk. 'Hier Koffiedik - hier Koffiedik - hier Koffiedik' seinde hij. Met
34