doel, heb je voldoende ontlasting? Zegt ze: Och dokter wat zal ik U zeggen: Mondjesmaat.'
Als hij 's morgens zijn zeven duizend negen honderd negen en tachtig klanten in de wachtkamer heeft geholpen, stapt hij deftig in het rijtuig van Helsloot, dat al een half uur op hem staat te wachten. Hij geeft de koetsier twee lijstjes. Op het ene staan de adressen van de patiënten, op het andere de boodschappen, die hij voor zijn vrouw moet meenemen. De koetsier combineerde die twee lijstjes tot een zonderlinge dienstregeling.
'Visite bij Sarie van Minkie, die longontsteking heeft. Duurt een kwartier. In die tussentijd haal ik bij Goud een fles pekel-augurken. Visite bij Raatje met de Vlek, die zal wel naar het gasthuis moeten om met gloeiende pennen te worden behandeld, dan zeg ik onderdehand bij Joosten hoeveel pekelvlees hij moet snijden en als we dan uit de Snoekjessteeg weer naar het Waterlooplein rijden, neem ik die boodschappen onder-de-hand-mee.' Zeggen de patiënten:
'Dokter Lam laat zijn neshome geen kou lijden.' Er zijn gezinnen waar hij al jaren over de vloer komt. Alle kinderen heeft hij helpen geboren worden.
Dokter Lam is een kenner van mensen. Geen mensen kent hij beter dan de Joodse moeders uit de buurt. Zijn mensenkennis heeft hem een geheim geneesmiddel verschaft. Soms stuurt hij zijn knechtje naar de orgeldraaier in de Bloem-straat. Ja zeker, U leest het goed: de orgeldraaier in de Bloem-straat. Op het afgesproken uur staat de bonte muziek-machine dan voor de deur van een patiënt. Speelt de Veleta of zoiets. Arriveert dokter Lam. Gaat hij naar boven, naar zijn patiënt.
33