mannetje. In chronologische volgorde oververteld, kwam het hierop neer:
Sidney had op het vliegveld, waar hij gestationneerd was, een kleine onbetekenende woordenwisseling gehad met zijn schipper. De piloot, waarmee hij altijd vloog. Met wie hij altijd de beste vrienden was geweest. En in die woordenwisseling had de schipper opeens tegen Sidney gezegd 'You lousy Jewish bastard... you dirty kike...'1
Sidney had toen geweigerd met zijn vaste crew en die schipper te vliegen. En ze moesten binnen een uur vertrekken. Een hoofdofficier had zich er mee bemoeid. De schipper had zijn excuses aangeboden. Maar Sidney bleef halsstarrig. De hoofdofficier had Sidney dringend aangeraden niet zo koppig te blijven doen. Volharden bij die weigering betekende insubordinatie. In oorlogstijd. Dat kon niet geduld worden. De krijgsraad zou er zich mee gaan bemoeien. Sidney zat nu in voorlopig arrest.
Dat vertelde Ben me allemaal en ten slotte vroeg hij me of ik daar nu niets aan kon doen.
'U hebt die avond met Ellen Wilkinson staan praten, relaties en connecties zijn goud waard in de wereld. Kunt U Sidney niet helpen ?'
De gedachte, dat Ellen Sidney zou kunnen helpen, was belachelijk. Ik belde haar echter, met weinig geestdrift, op. Vertelde haar het verhaal.
'De zenuwcrisis,' zei ze beslist, alsof ze een ervaren psychiater was.
Neen, zij persoonlijk kon er niets aan doen, maar toevallig ken-
1 'Jij luizig Joods hoerenkind ... jij vuile smous..
225