Krijgt een kind per ongeluk een klap, dan wordt het leed onmiddellijk met een stuk snoepgoed verzacht. Zegt zo'n moeder:
'Ik geef mijn kinderen altijd een patsj met een koekje.' Veel pedagogischer vindt ze het haar kinderen gehoorzaamheid te leren door, zeer dramatisch, de aandacht te vestigen op het verdriet, dat ze haar bezorgen. Heeft zo'n schaap iets misdreven, dat beslist niet door de vingers kan worden gezien. Zegt de moeder met de stem en de gebaren van een grote tra-gediènne:
'Oh, wat word ik daar naar. Hier in mijn hart voel ik het verdriet. Wacht maar, als ik eenmaal in het graf lig, dan zal je begrijpen dat het te laat is om niet meer ondeugend te zijn.' Zo'n moeder wordt gegrepen door de kracht van haar eigen toneelspel. Onderscheid tussen voorgewend verdriet en werkelijk hartzeer bestaat niet meer. Ze krijgt tranen in haar lieve ogen, échte hete tranen. In die golf van sentimentaliteit wordt het lastige kind meegenomen. Zegt de moeder later triomfantelijk tegen haar man: 'Zie je nou wel, dat je kinderen niet behoeft te slaan. Ik krijg ze zonder klappen ook zo ver, dat ze bloedige tranen huilen.' De opvoeding door middel van zelfbeklag en sentimentaliteit kent vele variaties.
Er is bijvoorbeeld een geheimzinnige ziekte, die Joodse moeders bedreigt als de kinderen niet gehoorzaam wilden zijn: een appesjteen. De kwaal is in geen enkele medische encyclopedie te vinden. De plaats waar een appesjteen zich nestelt wordt de kinderen vagelijk aangeduid, in de streek tussen hart, maag en milt. Het is ook nooit opgehelderd wat de symptomen van die appesjteen-ziekte zijn. Maar voor alle moeders in de buurt en
10