Beweerde ze altijd: ,
'Ik weet, dat een sinaasappel, die drie centen kost, niet voor vier duiten verkocht kan worden, en meer hoefik niet te leren.' Zei een van de kleinkinderen wel eens, dat het toch eeuwig zonde en jammer was, dat grootmoeder nooit had leren lezen en schrijven.
Proclameerde grootmoeder wijsgerig:
'De geleerden benne de verkeerden en trouwens, lezen en schrijven kun je leren, maar verstand kun je alleen maar hebben.''
Het gemis aan kennis der schrifttekens voelde ze pas, toen haar ene dochter naar Londen verhuisde. Die schreef natuurlijk brieven naar Amsterdam, brieven, die grootmoeder niet kon lezen. Dat kon ze niet verkroppen, de oude vrouw, want in haar jaloerse liefde voor eigen kroost vermoedde ze, dat er meer in die brieven stond, dan men haar voorlas. Bovendien kon ze zelf geen antwoordbrieven schrijven. Klaagde ze:
'Ik voel me als een doofstomme.'
Ze liet zich de brieven telkens opnieuw voorlezen. Wee als haar wantrouwende geest vermoedde, dat er iets met de vorige voorlezing niet geheel overeenstemde. Ze moet een zeer sterk geheugen hebben gehad, want ze herinnerde zich letterlijk elk woord. Een paar maal kwamen de buren waarschuwen, dat grootmoeder bij hen was gekomen met brieven, die ze uit moeders kast had gehaald. Brieven uit London, natuurlijk. Of de buren die brieven nog even wilden voorlezen. Ze kon er niet genoeg van krijgen, beweerde ze. Maar de waarheid was, dat ze dacht zó moeder te kunnen controleren. Kwam die ene brief uit Londen, waarin stond:
99