schoenen waarvan alleen het bovenleer nog draaglijk is. Daar kooiers waarvan alleen het binnenwerk gaaf is gebleven. In een pothuis aan het Markenplein flikt hij met zijn knechten uit vijf paar afgekeurde één paar redelijk-draagbare schoenen. Op zondagmorgen liggen die opgekalefaterde trappers in de Houttuinen te koop.
Wat doen de mensen met oude schoenen? Waarom zou iemand die gammele sigarenkistjes kopen? Ook daarvoor zorgt de Staat der Nederlanden. De Koningin laat soldaten, die afzwaaien, hun spullen thuis bewaren. Dat is veel goedkoper dan al die broeken, jassen, kepi's, koppels en schoenen elke keer op te slaan in dure magazijnen met hoge officieren voor de administratie. Maar hoe is de praktijk des levens? Vader heeft schoenen nodig. Zegt moeder:
'Waarom gebruik je niet zo lang die dauwtrappers van het leger, totdat we bij tijd en wijle een beetje ruimer in het geld zitten. Die schoenen staan toch maar te beschimmelen in de kast.' Draagt vader dus de schoenen van de Koningin totdat ze volkomen versleten zijn. Dag schoenen.
Maar dan roept de Staat (alweer de Staat!) de afgezwaaiden op voor herhalingsoefeningen. Ze moeten 'speksie maken'. De jas, de broek, de kepi tonen. En de schoenen, die lang geleden aan de vuilnisman zijn meegegeven. Nou en die schoenen koopt Jan de Soldaat dan op zondagmorgen bij Mark de Laarzenkoning. In de biologie zou men zeggen: een voedingsketen. De zondagsmarkt is een mannenmarkt. De vrouwen bezitten geen belangstelling voor moertjes en boules, noch voor likdoorns en kiespijnbacillen. Terwijl de mannen tussen de kraampjes van de Houttuinen schuifelen, hebben hun^vrouwen haast om op de Sint Anthoniebreestraat te bezwijken voor de verleiding der uit-
28