Zwartemes en Karei liepen in de richting van den directeurs wagen. Als die nu maar dadelijk te spreken was, want hoe minder tijd er verloren ging, hoe beter. Toen ze in de buurt van den directeurswagen kwamen, keek Karei even om in de richting van den wagen van Potterolie... en meteen greep hij Zwartemes bij den arm.
״Wat is er?" vroeg Zwartemes.
״Potterolie is in zijn wagen!" zei Karei. ״Hij had het gordijntje opzij gedaan en stond ons na te kijken... nu is het gordijntje weer voor het venster!"
״Dat is leelijker, Karei!" zei Zwartemes, ״want... dat beteekent... dat Potterolie jou heeft herkend... en weet, dat wij nu naar den directeur gaan om alles te vertellen... Als we er nu niet gauw bij zijn, loopt alles mis, jongen!"
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Tien minuten wachtten Karei en Zwartemes nu al voor den wagen van den directeur. ״De directeur is in conferentie," was hun gezegd, ״hij mag niet gestoord worden!"
״Kan het lang duren?" had Karei gevraagd.
״Lang," zei de juffrouw van het kantoor, ״lang... conferenties met den directeur duren nooit lang... daarvoor heeft hij immers geen tijd. 't Is hier een bedrijf van je welste!"
Maar ondertusschen duurde het bijna een half uur, voordat de directeur gelegenheid had om Zwartemes en Karei te ontvangen.
״Zoo jongeman," zei hij, ״ben je nu al weer hier? Vertel eens wat je op het hart hebt!"
״Loebas is in den wagen van Potterolie! Ik heb hem zelf gezien!"
״Wat!" riep de directeur uit en je kon zien, dat hij erg kwaad werd, ״wat?... Dus de hond is gestolen door mijn menschen... Daar zullen we een eind aan maken..."
84