״Het is een hieuw nuis!" zei Karei.
״Wat zeit־ie nou?" vroeg de boer.
״Ach," lichtte Edo hem in, ״dat is zoo'n gewoonte van dien mallen brasem om alle letters om te draaien. Hij bedoelt: het is een nieuw huis!"
״Dat is het," zei de boer. ״Het huis, dat hier vroeger stond is tot den grond toe afgebrand... hooibroei, als het hooi gaat broeien, dan slaat de vlam er uit en dan is er weieens kans, dat het overslaat. Dat is hier ook gebeurd. Een vlam, jongens, en een rookwolk, die kaarsrecht de lucht inging... uren ver in den omtrek kon je 'm zien."
״Woonde u toen hier al?" vroeg Willem.
״Niks hoor. Dit huis van mij heet ״Rust en Vrede". Weet jelui hoe het huis heette, dat hier vroeger stond, dat afgebrande bedoel ik?"
״Ook ״Rust en Vrede"," raadde Max.
״Mispoes!" zei de boer.
״Nou... ״Vrede en Rust" dan!" zei Edo.
״Weer mis," zei de boer, ״laat ik het jelui maar meteen zeggen. Dat huis heette... ״Runderrust"!"
״Runderrust?" vroeg neef Hendrik, ״Runderrust? Dus dat beteekent, dat in dat huis de runderen rustten. Lekkere boel zal dat geweest zijn. Zeker de koeien in de bedstee..."
״Ha, hahaha, een koe in de bedstee," gierden de jongens.
״En de varkens in den luien stoel," joelde Max.
״En de eendjes in het gootsteentje," riep Karei.
״Ja... enne de menschen met touwen om hun hals in de wei... daar liepen ze dan te grazen. Runderrust. Gewoon de omgekeerde wereld."
״Ja," zei de boer, ״ik heb 't ook een beetje gekke naam gevonden en daarom heb ik er maar ״Rust en Vrede" van gemaakt, maar het is een fijn huis, hoor."
Dat was inderdaad zoo.
43