Hendrik in het Duitseh tegen den portier, die daar op wacht stond.
״Bitte folgen Sie mich," zei deze en dat was ook Duitseh en beteekende: Wilt u maar met mij meegaan.
״Rare taal, dat Duitseh," zei onder het loopen Max tegen Willem, ״rare taal hoor... ze zeggen: bieten tegen je en dan bedoelen ze geen kroten, maar of je wilt meegaan."
Karei hoorde het en zei:
״Ik ga ook vast nooit geen Duitseh leeren, mij veel te moeilijk... Ik neem Engelsch."
״Dat is nog veel moeilijker," waarschuwde neef Hendrik, ״want in het Engelsch schrijf je: street, je spreekt uit: striet en je bedoelt: straat... maar hier is de wagen van den directeur al."
De portier wees naar den wagen.
״Bitte," zei hij weer.
״Kroten," zei Max stiekum en toen lachten ze allemaal, maar niet hardop natuurlijk.
״Binnen!" werd uit den wagen geroepen en een voor een liepen de jongens het kleine trapje op en stapten zij den wagen van den directeur binnen. Ze waren nu in den huiskamer-wagen. Het kantoor was in den anderen wagen. Nieuwsgierig keken de jongens rond. Karei had hun natuurlijk al een massa verteld van het circuskamp, maar nu zij er zelf waren, was er toch nog zooveel vreemds te zien, dat zij geen oogen genoeg hadden.
״Maak het je gemakkelijk jongens," zei de directeur, die met een paar pantoffels aan zijn voeten in een luien stoel zat. ״Maak het je gemakkelijk, ik ben van plan een uur lang hetzelfde te doen."
״Moet u dan niet in het circus optreden?" vroeg neef Hendrik.
״Eigenlijk wel," zei de directeur, ״maar ik heb tegen me zelf gezegd: vanavond neem ik vrij. Van-
110