Ze reden naar de garage, waar ״De Trekpot" stond.
Neef Hendrik ging naar den baas van de garage:
״Kijk eens baas," zei hij, ״nu kunnen we twee dingen doen... We kunnen den woonwagen weghalen... ergens buiten gaan staan... en daar ons potje koken... Dat is één ding... Maar we kunnen hem ook hier laten en hier een hoekje van de garage gebruiken om ons potje te koken... want we moeten om zeven uur bij den grooten baas van Circus Salto wezen... en veel tijd hebben we dus niet."
De baas van de garage streek eens met zijn hand door zijn kuif en langs zijn oor en dat gaf daar een groote zwarte veeg, want zijn handen waren vettig en vuil.
״Tja," zei hij, ״ik zeg altijd: ieder diertje heeft zijn eigen pleiziertje en je moet maar doen wat je niet laten kunt. Wil je naar buiten gaan en daar je maaltijd klaarmaken... ik zal je er niet kwaad om aankijken en als je het hier wilt doen, vind ik het ook goed."
״Dan blijven we maar hier," zei neef Hendrik.
״Uitstekend," zei de garage-baas, ״maar één ding wou ik met jelui afspreken... Dat is: geen vuur in mijn garage! Er is hier veel te veel benzine en ander brandbaar spul."
Neef Hendrik schoot in een lach.
״Hoe wilt u nu, dat we ons eten koken zonder vuur... We zijn toch geen toovenaars."
״Nee," zei de baas van de garage, ״dat zie ik wel, want anders had jelui toch zeker allang er voor mij een paar nieuwe auto's bij getooverd... Maar jelui hoeft toch niet in de garage koken... Wat mij betreft kan je het gerust achter op het erf doen. Het is er ruim genoeg en wat schoon hoor!"
״In orde!" riep neef Hendrik, ״dan koken we op het erf!"
105