moet onmiddellijk naar het perceel Helmersstraat 453 gaan. Op de eerste verdieping is een vreeselijke moord gebeurd." De inspecteur van dienst heeft den man zijn boodschap laten herhalen. De tweede maal luidde de boodschap woordelijk gelijk aan den eersten keer. De inspecteur waarschuwde den commissaris onder wiens bureau Helmersstraat ressorteert en te zamen gingen zij op onderzoek uit. De boodschap bleek juist geweest te zijn. De kamer van het bewuste perceel, een gewoon pension, vertoonde sporen van een hevige worste־ ling. Op het bed lag een groote plas bloed. De bewoner van deze verdieping, een Amerikaan, beter gezegd een veramerikaniseerde Hollander, zekere John Masters, die vroeger Jan Wiersma moet hebben geheeten, volgens de opgaven aan de pensionhoudster, die bewoner was verdwenen. Een lijk of het lichaam van een gewonde heeft men nergens kunnen ontdekken. Toch moet er een moord zijn gepleegd, want op het bed lag een velletje papier, waarop met onhandige letters en blijkbaar haastig was geschreven: „Uit wraak, vuile smiecht!" Dat zijn de feiten! Wij hebben het huis onder bewaking gesteld en zullen zoo dadelijk, als de persconferentie ten einde is, ons nader onderzoek aanvangen."
Frans Hokkert wacht even. Hij kent het effect. Na het zakelijke, komt zoo meteen het sentimen*
80