schappij en dochtermaatschappij. Jawel, een lekkere moeder, net zoo'n lekkere als de dochter, die beroovingen pleegt. Wij, wij mogen zorgen voor de centen en Amerika stuurt de onderdeelen met de facturen. Wordt er in Nederland in de fa־־ briek wat verdiend, dan gaan de bedragen op de
facturen de hoogte in---- m'n beste juffrouw
Melchers____die oome of die tante van jou krijgt
nooit־van־z'n leven een spie dividend---- wees
maar blij, dat je geen centen genoeg had----kan
je later naar het werkhuis gaan, inplaats van naar een pension voor ouwe vrijsters." Rotvent toch, die Frans Hokkert! Heeft er een satanisch genoegen in om zijn ondergeschikten den duvel in te jagen. Cynische hond! Denk je, dat hij een goeie bui heeft, maar als je hem over de rug strijkt, bijt het loeder. En wanneer hij merkt, dat je woest op hem wordt, weet hij heelemaal niet van uitscheiden.
„Denkt U nou, dat ik zoo'n gauwdief in het groot daarom minacht? Komt me niet in het hoofd op. Dat is een prachtvent, juffie, een sieraad voor de maatschappij. Die vent verdient zijn Leeuw. Wie zich laat bedonderen is waard dat hij be־
donderd wordt____en die gerechtigheid van ons,
rijst met appeltjes, juffrouw Melchers, rijst met
appeltjes---- Gaat U vanavond weer naar de
bioscoop---- O, U bent gisterenavond pas ge־
75