gegraaid. Zal hem nog gebeuren, dat die magere een zaak pikt, waarop hij zijn zinnen gezet heeft. Een groote bloedplas in een pensionkamer ergens in de Helmersstraat en een vodje papier er־ naast met onbeholpen letters: ״Uit wraak, vuile
smiecht!"---- zal me een sensatie geven van de
andere wereld als die bijzonderheden in de kranten komen.
״Het onderzoek in deze raadselachtige zaak is opgedragen aan den bekwamen speurder Frans Hokkert"; hij ziet het al in de avondbladen staan.
Als straks die windhonden van de redactie ko־ men, zal hij ze de bloederige appelpap bij lepels ingieten, den sadisten־knechten! En dan meteen, zoo tusschen neus en lippen je laten ontglippen, dat hij dat spelletje daar in Zwijndrecht bij wijze van tijdverdrijf erbij gepikt heeft.
״Niks bijzonders, heeren van de pers, een roof< moord, die we wel binnen een week uitgeknobeld
hebben---- maarre.... ik voel een geheimzinnig
verband tusschen die twee moorden----"
Zal je die bloc־note־idioten eens zien nieuwsgierig worden. Als die binnen een half uur uit־ gefantaseerd zijn, laat Frans Hokkert zich subiet veertig kiezen trekken.
Hij ziet natuurlijk geen spiertje verband tus־ schen dat geval daar in de Helmersstraat en dat moordje in Zwijndrecht!
71