zegels. Je brengt de brieven natuurlijk zelf weg naar het krantenbureau, maar als je bij je sollici־ taties een postzegel voor antwoord insluit en je treft een vent, die weet hoe 't hoort, dan moetne je wel antwoord geven. Helaas is de welgevoege־־ lijkheid der bazen omgekeerd evenredig aan het aantal beschikbare arbeidskrachten.
Maar nu die vergissing, waar Jacobus niets aan doen kon...!
Jacobus Fredericus de Brie was voorbestemd voor de vergissing met dien brief. Als je jaren wacht op den baas, die weet hoe 't hoort, lees je van overspanning om de uniform èn het belletje van den brievenbesteller een ander adres dan er, zwart op wit, voor je neus staat.
Het noodlot moet den vinger van den brieven? besteller hebben bestuurd; in plaats van het tweede belletje naar het vierde! Vier hoog, het uitzicht was grandioos, maar de goot stonk in permanentie, woonde Jacobus Fredericus de Brie. Eén hoog, in drie deftige kamers en zonder pen־־ sion, woonde John Masters.
Drie en een half jaar lang deed dat noodlot niet anders dan Jacobus Fredericus de Brie in zijn kladden pakken. Hem heen en weer schudden,
7