Jacobus Fredericus de Brie

veel over de heeren gesproken----Wat Amerika

betreft, daar zijn, zooals U weet, de toestanden gezonder____!"

„Laten wij de conferentie op mijn kamer voort־ zetten", zegt Mr. Lawrence.

Tusschen het laatste woord van John Masters en het eerste van den Engelschman zijn drie mi־ nuten verstreken____

John Masters heeft weer eens overdreven: het heeft geen half uur geduurd. Vóór er twintig mi־ nuten om waren, was er volledige overeenstem־ ming bereikt.

Het ging alles zoo doodeenvoudig. Herr Guts־ berg was blij, dat hij het hoofd nog juist bijtijds uit den strop kon trekken. Monsieur Marcel triom־ feerde, maar wist zijn overwinning met uiterlijke kalmte te aanvaarden. Mr. Lawrence had in het gezicht van de naderende overstrooming zijn werk aan het eigen tuintje opgegeven om, samen met de anderen, den dijk te versterken.

John Masters heeft weer eens, voor de zooveelste maal, de hand op het stuurwiel, de voet op de rem.

„Wij werken samen", zegt hij, „wanneer wij ons gemeenschappelijk fonds van tien millioen dollar

op tafel gooien is uitvinding én uitvinder ons----

en dan wil ik den krantenman zien, die niet denkt,