Jacobus Fredericus de Brie

over hij spreken wil. Monsieur Marcel is een man, die de kunst van onderhandelen verstaat. Hij wil eerst over alle mogelijke dingen praten, daarna, veel later, over de uitvinding, die hen allen naar Amsterdam gelokt heeft. Eerst het terrein ver־ kennen, dan toeslaan. Herr Gutsberg en Mr. Lawrence hebben hetzelfde veldtochtplan. Zulke dingen behoef je niet af te spreken. Zooiets gaat vanzelf. Als je elkander voor zaken ontmoet, begin je niet over zaken te praten. Je babbelt eerst een beetje over politiek, je schept op over de gewei־־ dige orders, die de laatste weken bij je fabriek zijn binnen gekomen. Niemand gelooft er zóó veel van, dat weet je bij voorbaat, maar tenslotte is een zakenman toch ook een mensch, wiens bescha־ ving men herkent aan zijn conversatie.

Zoo'n ongelikte beer van 'n John Masters meent, dat men aan de tradities van de Oude Wereld lak kan hebben.

Die kijkt zijn aperitif niet eens aan en zegt maar meteen stom־brutaal: ״Mijne heeren, ik stel voor, geen kiekeboe met

elkander te spelen____ laten we de struisvogels

op stal laten en probeeren een verstandigen in־ druk te maken. We weten allemaal voor welk doel we hier zijn."

Zegt dat zoo brutaalweg en kijkt koeltjes den kring rond.

51