den toren. Een communiqué naar de kranten. De looper־met־de־sterren over het trottoir! Piet Ram־ mer, de lijf־journalist een daverende advertentie in elkaar schroeven; kan hij Zaterdag en Zondag weer koef־noen lunchen en dineer en!
Josephine Baker komt bij meneer Van Dijk logeeren. In een open landauer is zij over het Amsterdamsche Damrak gereden. Ze kreeg meer toejuichingen dan de Koningin. Haar knikjes waren ook hartelijker!
Nu zit er in de blauwe salon een troepje jour־ nalisten. Ze vervelen zich en imiteeren onbeschoft־ heid. Ze wachten op Josephine, die vandaag pers* conferentie geeft. Het is er vol en zwoel. Daar loopt de lange Herr Heldt, die Josephine's impres־ sario is en heelemaal uit Zwitserland komt....
Hij lijkt een beetje op Jacobus Fredericus de Brie, die Herr Heldt, alleen maar uit de verte natuurlijk. Herr Heldt is al lang in goeden doen. Op zijn wijsvinger heeft hij een zwaren gouden ring----
Jacobus Fredericus de Brie heeft juist de deur van de eerste verdieping achter zich dicht geslagen. Hij staat op het portaal voor de kamers van John Masters en weet geen weg in de tuimeling zijner gedachten____
27