Maurice heeft nooit de behoefte gevoeld om zich van de identiteit der kaarten, na dien eersten dag opnieuw te overtuigen. Hij wéét, dat Josephine ze hem stuurt; om de paar maanden bevestigt een nieuwe kaart hem de echtheid der vorige, reeds opgeprikte. Zekerheden zijn kurken, waarop het leven drijft. Iedereen dobbert op de kurk, die noodig is voor zijn soortelijk gewicht.
Maurice Turfh is trotsoh op den kleurigen wand boven zijn bed. Hij pronkt er mee, wanneer hij bij Winkels in de Kalverstraat voor zijn vriendinnetje het kleintje koffie betaalt. Bij de vrienden is hij de gevierde verleider.
״Asjeblieft mijne heeren, zij danst in een rokje van bananenschillen. Iedereen weet, dat zij mannen verslindt — verslindt, zeg ik U en ik, ik heb een verhouding met haar! Zoolang ik nog geen tachtig ben, behoeft Henri Sanders voor mij heusch de kranten niet rijk te maken met dure advertenties voor Titus Kraftperlen."
Neen, Maurice Turfh, jij bent aan de tachtig nog lang niet toe. Het is een misvatting, dat blauwe zakjes onder de oogen iets met leeftijd uitstaande hebben. Jij bent nog jong, amper vijf en twintig. De strijd om het bestaan laat andere merkteekenen na, rimpels en zoo; en doelbewuste sterke handen!
De handen van Maurice Turfh zijn slap en ver־
25