juweliertje, dat in het laatst van de Kaapse tijd grof geld had verdiend en kans had gezien dat solide te beleggen.
Juffrouw Schaap en haar man waren, voor hun doen, moderne mensen. Die volgorde is goed: eerst kwam zij, daarna hij. Hij sjouwde de hele week met pakjes en zakjes lekkernijen voor haar keuken. Maar zij regeerde het huis. Met zachte hand, dat is waar, maar ze regeerde! Ze was door de nieuwe tijd aangeraakt. Ze speelde met sympathieën voor de vrouwenbeweging. Ze liet doorschemeren, dat ze ontzag had voor Mina Drucker en voor dr. Aletta Jacobs. Niet, dat juffrouw Schaap ooit de geheime wens zou koesteren, zelf gekleed in harembroek en reformjasje over het Rembrandtplein te flaneren, ventende met een brochure: ״Vrouw moet vrouw blijven." Gott behüte voor zo'n veronderstelling! Ze was geen baanbreekster. Ze voelde een flauwe rimpeling van een nieuwe eeuw.
Zij was de eerste vrouw in een verre omtrek, die zich de blinde darm door een operatie liet wegnemen. Toppunt van moderne geest. Sinds die operatie was ze lekendeskundige in alle medische kwesties. ״Geloof me, Saartje," placht ze tegen mijn moeder te orakelen, ״een knoop in de darm bestaat niet. Allemaal blinde darm. Wij zullen het niet meer beleven, maar over honderd jaar nemen ze bij de pasgeboren kinderen meteen de blinde darm weg. Een kind, dat dan nog een blinde darm heeft, wordt gewoon niet op school toegelaten; net zoiets als een pokkenbriefje zal ik maar zeggen."
Meneer Schaap had alleen maar belangstelling voor zijn effecten en voor de paar huisjes, waarvan hij eigenaar
90