het ware met schokjes. Alsof er ergens diep in hem de draden, die zijn lichaamsdelen met zijn hoofd verbonden, in de war waren geraakt. Men kreeg de indruk, dat zijn spieren voortdurend in een lichte kramptoestand verkeerden; dat hij onophoudelijk een spanning moest verbreken.
In zijn bolle ogen lag een brutale blik, die met alledaagse vrijmoedigheid niets gemeen had. Een uitdrukking van: ״Ik neem!"
Zoals ik al heb verteld, hebben Duplikaatje en Jonas en hun gezin een paar jaar bij ons op de trap gewoond. Het diamantvak had toen juist een periode van druk werk en vrij goede lonen achter de rug. Mijn vader en moeder vonden het toen niet meer nodig, dat wij in de nauwe Markensteeg bleven wonen. In de Rapenburgerstraat kwam een mooie woning leeg te staan. Achteruit had je uitzicht op tuinen en daarachter lag de Markengracht. De gracht stonk weliswaar hartverscheurend, vooral in de zomer wanneer er onweer op komst was, maar iedereen zei, dat de gemeente die prutsloot zou laten dempen. En zo hebben de buren op een goede dag afscheid van elkander genomen. Duplikaatje had rode ogen van aandoening. Ze zei, dat ze nooit zou vergeten wat moeder voor haar gezin had gedaan. En moeder zei, dat ze Jonas veel geluk en voorspoed in zijn zaken wenste.
We bleven de vriendschap met het gezin van Jonas wel onderhouden, maar de wederzijdse bezoeken werden natuurlijk veel minder veelvuldig. Jacob kwam slechts zelden meer bij ons mee-eten.
Af en toe werd er thuis nog wel over Duplikaatje gesproken, vooral wanneer er weer een kind bij gekomen was. Maar voor Jacob begonnen we pas weer grote be-
87