jaar. Veel mensen gingen op die dag naar de oude begraafplaats. Omdat het er dan altijd zo druk was, noemde grootmoeder het de ״Zeeburger Kermis". Ik geloof niet, dat ze met die naam de betekenis van de bedevaart wilde verkleinen, laat staan bespotten. Maar ze kon nu eenmaal geen weerstand bieden aan de neiging om een persoon, een zaak, een situatie met één woord te chargeren. Anderen moesten echter niet proberen die bedevaart in het ootje te nemen. Toen mijn vader haar eens, een paar dagen voordat het weer ״Zeeburger Kermis" zou zijn, gekscherend ried:
״Ga toch niet naar Zeeburg. Stuur liever een ansichtkaart, dat is net zo goed."
.. . toen duurde het minstens drie weken, voordat ze weer vriendelijk tegen hem kon doen. Zo'n tocht naar Zeeburg nam bijna de gehele dag in beslag. Ze nam brood mee; dat at ze ergens op. Met een kop koffie, tenminste, dat beweerde ze. Maar we koesterden het sterke vermoeden, dat het kopje koffie verzonnen was. Drie centen voor een kop heet vocht, vond ze zonde en weggegooid geld. Ze was niet gierig, en ook niet zuinig in de gewone zin van het woord. Moeder zei van haar: ״Ze zit niet op het geld, maar elke cent heeft voor haar de waarde van honderd gulden."
Een keer heeft grootmoeder geprobeerd de tweemaal zes centen van de tram ook nog uit te sparen. De halve buurt is er aan te pas gekomen om haar die avond te zoeken; tegen elf uur vonden ze haar ergens buiten de Muider-poort. Maar aan dat avontuur werd ze liever niet herinnerd.
Als grootmoeder naar de ״Zeeburger Kermis" ging, kregen de bedelaars bij de ingang van het kerkhof trouw hun aalmoes van een halve stuiver per persoon; dat
12