. EN NOU WEET HIJ ZICH IN DE GEVANGENIS TE LEEUWARDEN ZO EENZAAM.
e rapenburgerstraat is een lange pijp van
een straat tussen het Rapenburgerplein en het Markenplein. Vermoedelijk is de bijnaam van de straat een overblijfsel uit vroeger dagen, toen dit deel van de stad nog weiland was: de Vinkenbuurt. Sommige bewoners noemden in mijn jeugd de straat nog zo. Maar de meesten zeiden kort en krachtig: Gebed zonder
end.
Toen we (ik zal een jaar of zes geweest zijn) van de steeg naar die straat verhuisden, schijnen we die verplaatsing als een promotie te hebben gevoeld. Tussen mensen met smalle beurzen bestaan verschillen van stand; en geloof maar, dat men die niet straffeloos kan veronachtzamen. In die tijd hield de straat het midden tussen deftigheid en armoede. Ze wist nog niet welke kant ze zou uitdraaien. Achter de huizen aan weerzij zijn grachten. De Nieuwe Herengracht, die van oudsher een deftig karakter droeg. En de Markengracht; die stonk! Achter de Herengracht kwamen de rijke buurten van de Plantage; achter de Markengracht de pauperswijken van
Marken en Uilenburg.
In de zomer vooral kon de modderlucht van de Markengracht zeer doordringend zijn. Dan moesten de ramen in de achterkamers gesloten blijven; het was anders in huis niet te harden. En alle vitragegordijntjes werden snel zwart. Dan zeiden de buren tegen elkander:
103