'Er kómt geen oorlog tussen Duitsland en Nederland.' 'Mijn lieve Heinz, heb je het einde der illusies nog altijd niet bereikt? Wij zijn nog steeds op de vlucht. En als je dat beseft, dan weetje ook, wat ik je probeer duidelijk te maken.' 'Dat weet ik niet en dat wil ik ook niet weten.' 'Goed, we hebben zoveel samen doorgemaakt, de toekomst kan er ook wel bij. We zullen dus in Nederland blijven, omdat jij het zo wil. Weet je, Heinz, 's nachts lig ik wakker en dan dank ik God, dat Hij mij ongeschikt heeft gemaakt om kinderen te krijgen, ofschoon je weet, hoe dolgraag ik er één zou willen hebben. We hebben nu alleen de verantwoording voor ons eigen leven. Als de tijden makkelijker waren, zou ik best een kind willen adopteren.'
Riekie de Vries
IN 1934 ontdekken de Duitsers hoe Joodse vluchtelingen van Keulen uit via Heerlen aan de Kultur konden ontsnappen. Zij arresteren een passeur, die in het geheim wordt berecht en van wie daarna nooit meer iemand iets zal vernemen. Riekie reist naar Amsterdam om te vertellen, dat zij het werk der barmhartigheid heeft moeten stopzetten. Kan zij misschien op een andere manier nuttig zijn?
Nederland begrijpt, dat er voor het vluchtelingenwerk geld nodig is, onnoemelijk veel geld.
Op een avond zit ik in het café van de A.M.V.J. aan het Leidse-plein met Riekie te praten, wanneer Dr. Joop Eijkman, de directeur, bij ons aan het tafeltje komt zitten. Hij kent haar; hij brengt het gesprek onmiddellijk op de mogelijkheid om andere wegen te vinden.
Riekie vraagt, of zij misschien kan helpen bij de inzamelingen. Als er iemand nodig mocht zijn om in Duitsland nieuwe ontsnappingswegen vrij te maken is ze beschikbaar. Zij zal in elk
97