len, in Tsjechoslowakije, in België en in Frankrijk niet minder.' 'En de oorzaak?'
'Angst, zenuwen, spanning. In de hersens van alle mensen in Europa staat de naam gebrand van de krankzinnige moordenaar die in Berlijn de baas speelt.'
'Onzin, dokter, het kan zijn dat ik een nerveus hart heb, maar dan niet door de politieke spanningen. Mijn zaak, de slechte economische toestand, de zorgen vergen te veel van mijn geestkracht. Dat vreet aan mij. En wat Duitsland betreft, ik heb mijn vertrouwen in het Duitse volk nooit verloren.' 'Het hangt er maar van af, wat U onder vertrouwen verstaat.' 'Dit regiem in Berlijn duurt niet eeuwig; dat kan niet. Een paar maanden, misschien een jaar, hoogstens twee jaar, en dan zal de ware Duitse geest weer vaardig worden over de bevolking. Er zal een revolutie tegen Hitier uitbreken. Het volk zal opstaan. De Duitse revolutie is ook een Duitser, heeft Heine gezegd, dat betekent dat het een grondige revolutie zal zijn.' 'Als U dat werkelijk geloofde, zou U nooit met klachten bij mij zijn gekomen. Diep in Uw hart weet U, evenals ik, dat deze Duitse revolutie nooit komt. Nooit! Revolution verboten, Frieden verboten. Beschaving ... verboten.' Als Heinz Annie vertelt van zijn bezoek aan de dokter, verzwijgt hij een deel van het gesprek. 'Ik lijd aan een nerveus hart; dat kan niet anders met al die nerveuze spanningen in de zaak. De dokter heeft mij te verstaan gegeven, dat ik één of andere hobby moet ontwikkelen, 't zal mijn aandacht een beetje verstrooien.' 'Neem dan een hobby.' 'Ja, maar wat?'
Het is in die dagen dat Heinz bij een antiquair een kleine Napoleon-verzameling geëtaleerd ziet. Hij koopt de collectie. 'Mochten er nieuwe aanwinsten voor de collectie op de markt komen, wilt U mij dan waarschuwen. Ik ben van plan mijn vrije tijd voortaan aan Napoleon te wijden.'
95