'Mensch, haben die einen guten Tag gehabt!' De Nederlandse grenspolitie doet alsof haar neus bloedt. Lieflijk is mijn gemoed. Zo rollen twaalf vluchtelingen ongehinderd Holland binnen. De twaalf Nederlanders die in Keulen zijn achtergebleven, stappen later op de trein. Aan de grens tonen ze trouwhartig hun officiële paspoorten.
De Duitse vluchtelingen in Nederland verdampen in allerlei richtingen. Sommigen kunnen doorreizen naar andere landen, anderen spelen schuilhoekje totdat iemand bij één of andere burgemeester voor hen de veiligheid heeft klaargetoverd. Den Haag weet officieel nergens van. Iedereen is tevreden. 'Ik vind het verdraaid moedig van je, Riekie, maar waarom doe je dit eigenlijk? Er zit een verdomd gevaarlijke kant aan. Als de moffen je grijpen, draai je een paar jaar de bak in of nog erger.' Zij kijkt me met dat ouwelijke gezichtje van haar rustig aan. 'Ik vond jou vroeger wel lief, maar wat mij in jou altijd heeft tegengestaan is datje van alles het "waarom" wil weten.Je vindt jezelf erg breeddenkend, maar eigenlijk bekijk je alles door een sneeuwbril met smalle spleten.'
'Wij Joden hebben nou eenmaal een onuitroeibare neiging tot zelf-analysc.'
'Ik kan je niet vertellen waarom ik het wél doe, maar ik wil je wel zeggen waarom ik het beslist niet doe. Ik doe het niet, omdat deze vluchtelingen Joden zijn.' 'Hé, nee.'
Mijn sarcasme prikkelt haar. Ik ga verder. 'Je doet het niet, omdat je Jodin bent. Heb je misschien iets tegen de Joden? Riffie de Vries, de dochter van Saartje en Moos de Vries. Anti-semiet! In 1933! Rifke waagt haar leven, maar dat zij juist Joden redt, dat is puur toeval.'
Haar gezicht vertoont geen spoor van een glimlach; aan haar stem is te merken dat zij zich met moeite beheerst. 'De dertig man, die elke keer in Keulen het risico nemen, zijn geheide Lim-
93