'Het is niet te herstellen. Er moet een nieuw stel onderdelen uit
Glasgow komen.'
'Hoe lang kan dat duren?'
'Als het snel gaat in vier dagen, maar het kan ook een week duren.'
John Eyton lalde: 'Als hij zegt vier dagen, moetje rekenen op vier weken.'
Overdag was ons lot enigermate te dragen. We lagen in de schaduw van een grote copraloods. Lodderig keken de passagiers naar de warme stad. De bemanning krabde dikke lagen roest weg en maakte zich klaar om alles, wat verf wilde houden, een kwastje wit te geven. De witte ark. Op het achterdek rukten de Caracul-schapen wanhopig aan hun touwen. De antilope was niet meer zeeziek. De vogeltjes bleven doodgaan. Ongemerkt hadden Doctor Brown en Violet zich laten opnemen in het kleine wereldje van passagiers en bemanning. Ze lagen in dekstoelen naast de anderen, in de schaduw van de zurig ruikende copraloods. Kogelflesje sjouwde met verfrissende drankjes, telkens wanneer hij dacht, dat het meisje dorst zou kunnen hebben. Door zijn doorzichtige beleefdheid lukte 't hem van Violet een lachtje als beloning te ontvangen.
Doctor Jeremiah wist de dekstoelen altijd zo te schikken, dat ik aan de ene en hij aan de andere kant van Violet zat. Kogelflesje verzon vele listen, maar het lukte hem nooit de plaats naast het meisje te bemachtigen. Toen gaf hij de pogingen op. 'Eindelijk kunnen we eens rustig praten', zei Doctor Jeremiah, toen Kogelflesje naar het achterdek was gegaan en daar, zeer luidruchtig weer college gaf in het smokkelen van diamant. 'Hij verveelt zich,' zei ik, met een vaag gebaar in de richting van het achterschip.
'Mister Eyton verveelt zich ook, maar die spoelt het weg met alcohol.'
'Ledigheid en zout water schijnt de chemische balans van
77