niets van de reis over land dwars door de woestijn. Maar in het vakje: 'Heeft U niets vergeten?' achter in mijn kleine hersens, staat een notitie: volgende keer in de Negev moet ik Petra of Rehem weer eens opzoeken. Dat was eens de hoofdstad van het rijk der Nabateeën. Daar moet ik van vertellen, ook al gingen we die keer niet over land.
De Nabateeën woonden in Edom ongeveer zeshonderd jaar voor de Christelijke jaartelling. Ze stichtten hun hoofdstad Petra of Rehem of Reëm, midden in de woestijn. Van oorsprong waren ze nomaden, ze ontdekten een kunstje, dat eeuwenlang een raadsel is gebleven. Ze bouwden solide waterputten van gevoegde rotsblokken. Daarin vingen ze het vocht op, dat uit de aarde trekt of op de aarde valt... in elk geval het beetje water, dat wij Nederlanders 'dauw' noemen. Die clevere jongens vergaarden met dat foefje zoveel water, dat ze de enorme reservoirs altijd gevuld konden houden. Met dat water bedreven ze een intensieve landbouw. Van nomaden werden ze boeren. Alles midden in een woestijn, die zo droog is als gemalen Palthe-dozen. De Nabateeën zijn opgegaan in andere volken. De waterputten werden vergeten, niemand kende het foefje en de woestijn won. Maar hun oude hoofdstad is overeind blijven staan. De dauw bleef druppe-pelen in de oude waterputten. Toen de Engelse soldaten in onze tijd de oude stad ontdekten, waren die putten nog intact. Er stond nog steeds water in. De soldaten herinnerden zich, dat er in hun eigen land een paar lieden woonden, Engelse oude kereltjes, dieveel geld verdienden met een angstvallig bewaard familiegeheim. Het aanleggen van 'dew ponds', dauwvijvers. Daarmee vult in de droge streken de Engelse boer zijn schaarse watervoorraad aan. Het kunstje van de oude Nabateeën. Petra of Rehem of Reëm is compleet op de mensen na. Als een schilderij van Sal Meyer. Een dode stad. Ghost-Town. Je loopt door straten. Je ziet huizen. Je denkt aan de moderne steden in het nieuwe Israël. De mensen hebben tegenwoordig meer comfort, allicht. Maar verder ... zó verschrikkelijk veel verschilt een mo
40