hier tegenkom. Wil je wel geloven, dat ik op straat gewoon naar hem loop uit te kijken?'
'Onzin', zeiden we. Wat kun je anders zeggen in zo'n geval? Maar omdat zij erop aandrong, bleven we drie dagen in Mon-telimar. Steeds herhaalde ze: 'Ik heb het gevoel dat hij naast me loopt. Ik weet zeker dat ik hem hier zal tegenkomen.' Ze kwam haar broer niet tegen. We vertrokken ten lange leste uit Montelimar. Terug naar huis namen we een andere weg. Een verder ... en verder? Verder werd er nooit meer over gepraat.
Totdat ik het boekje 'Voordat ik het vergeet' ging schrijven. Ik wilde ook de lotgevallen beschrijven van enkele 'Volljuden', die gepoogd hadden uit Nederland weg- te komen naar het land van de vrijheid. Ik zocht dr. L. de Jong op, die in zijn archief alles bewaart, en vroeg hem of hij me niet een stuk of drie dossiers kon geven, zo maar willekeurig gekozen, van vluchtpogingen, die ik wilde beschrijven. Hij stuurde me drie dossiers uit de archieven van de moffen. En laat nou een van die dossiers handelen over Izak N.N., de broer les van onze reisgezellin naar Menton.
les was inderdaad naar Frankrijk ontkomen. Op de demarcatielijn was hij gegrepen. Hij werd gevangen gezet in Montelimar. IN MONTELIMAR! In de eenzaamheid van zijn cel heeft hij kans gezien het elektrische lampje uit de fitting te draaien, het stuk te slaan en met de scherven sneed hij zijn polsen door. Nauwkeurig beschreef het Duitse dossier, dat men hem 's morgens doodgebloed in zijn cel had aangetroffen. Einde van het dossier. Bekrachtigd door de handtekening ('Heil Hitier') van de Referent.
Het tweede wonderbaarlijke geval dat ik heb meegemaakt, speelt zich afin mijn allernaaste familie. Omdat er ook nog anderen dan mijn bloedverwanten mee te maken hebben, zijn alle namen veranderd.
12