Volk' gaat verschijnen. Het kan bij hém gedrukt worden, als hij maar meer elektrische loodpotten had voor de zetmachines. Derhalve verordeneer ik, dat ik zulke loodpotten moet zoeken en zo nodig requireren, Ik vind ze bij Jef Kuipers van 'de Volksgazet' in Antwerpen. De nieuwe krant verschijnt, en de vreugde bij iedereen is groot. Elke goede daad op aarde vindt zijn bestraffing. Ik ben ingekwartierd in hotel Schimmelpennink tegenover het station tegen de prijs van zes gulden per week, goed voer, natje en droogje en bewassing inbegrepen. Hoe dat voor zo weinig geld kan snap ik niet, maar de eigen wereld van Mars heeft zijn onbegrepen kanalen, waardoor geld stroomt. Ik beveel mezelf mijn redactioneel kantoor te vestigen bij de Van Gijzeis aan het Oosterpad, oude vrienden van me.
Het griezelige van de wilde tijd is het onderdanig respect dat iedereen toont voor een militaire uniform. Eerst stampten de laarzen van de moffen op het trottoir van de Denier. Maar die rotkerels zijn verjaagd, Eindhoven en de rest van Zuid Nederland is bevrijd. Het ontzag voor uniformen is echter niet gevlucht. Met militaire laarzen aan kim je niet wandelen. Je snauwt met je benen. Het Militaire Gezag is één grote Janklaassen: het circus Kruis, waarin alleen maar clowns zijn. En de minste der clowns ben ik, war-correspondent voor een krant, die ik eerst nog moest oprichten. Wanneer meneer de war-correspondent op een avond de hele familie Van Gijzel en omliggende planeten fuift, Engelse thee, gebakken kippers ('vanmorgen nog vers gekocht in So-ho'), meldt zich een bezoekster. Riekie de Vries. Riekie is sterk verouderd. Ze komt bij ons aan tafel zitten. Nee, liever geen kipper, eerlijk gezegd, de lucht van de gebakken vis maakt haar misselijk. Ik ga met haar naar 't keukentje. De misselijkheid is echt, maar, eerlijk is eerlijk, ze wil me graag apart spreken.
Vier jaar ellende in korte-verhaal-vorm. Ondergedoken. Gevlucht uit angst. Opnieuw ondergedoken, nu ergens anders. De
103