heilbrengend werk; het aantal syphilislijders is thans aan het verminderen.
Drie jaar geleden heerschte in Karpathenland hongers־ nood. Er was geen haring en geen geld om spiritus van den Joodschen handelaar te koopen. De regeering steunde hulp־ commissies met geld; de commissies stuurden paketten levensmiddelen, brood, boter en ook poederchocola. Met de poederchocola hebben de Ruthenen toen hun hutten mooi bruin geschilderd!
De regeering van Praag heeft scholen doen bouwen en wegen aanleggen. Het probleem van midden*Europa is een wegenprobleem.
Over deze nieuwe wegen rolt mijn auto, drie dagen lang. De sterke motor trekt mij hoog de bergen in; grommend voert hij mij langs afgronden, over wrakke bruggetjes.
Ergens in de buurt van Volovec staat een eenzame Rutheensche hut. De hutten der Ruthenen zijn te herkennen aan de schoorsteenlooze daken. De rook van het open veld? vuur blijft in het vertrek hangen, waar beesten en menschen door elkander wonen; rook desinfecteert!
Voor de hut zit een oude Rutheen. Laag voorhoofd, dichte, aan elkander gegroeide wenkbrauwen, zware onderkaak. De oogen zijn volmaakt uitdrukkingsloos. De man zit en rookt. Van een boom, vlak bij het huis, is een tak omlaaggezakt, steekt door de vensteropening. Bij het geringste zuchtje be? weegt de tak heen en weer en verwekt een afgrijselijk kners send, piepend, jankend geluid. Het snerpt door je merg en bezorgt je koude tanden.
״Een half jaar geleden was ik hier," zegt de chauffeur,
״toen jankte die tak ook al zoo____En als een kind het ding
even opzij duwt, is het gepiep afgeloopen!"
״Waarom duw je dien tak niet weg?" laat ik den chauf* feur den Rutheen vragen.
De man bromt wat onverstaanbaars.
57