aan de royale kant? Hoe kwam ik aan zoveel geld? Hij vroeg niet naar de affaire met de Jonker. Toen ik er voorzichtig op zinspeelde, klapte hij dicht als een mossel. Als ze me geschaduwd hadden moesten ze alles van de Jonker weten. Maar ja, de rijkdom moest gespaard worden. Bovendien, de Jonker was dood en van de doden niet veel goeds. Het verhoor duurde de hele dag. Tegen de avond zei Jakob van Mar ie:
'De auto staat voor. We gaan naar Amsterdam'. Hij bracht me naar het Paleis van Justitie aan de Prinsengracht. Ik moest er in een celletje slapen. De volgende dag kwamen ze me halen. Met de zespijper reden ze me naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Ik kreeg er een klein kamertje (A.214 op de le galerij), er stond een tafel in, een stoel en een bed. Er was nauwelijks ruimte voor éen persoon.
'Hier moet je voorlopig blijven'.
Het vooronderzoek door de rechter-commissaris was erg gemakkelijk. Ik hoefde niets te bekennen. Het foto-album lag voor hem op tafel. Slechts eenmaal vroeg de strenge man achter het schrijfbureau:
'Erkent u, dat u de persoon bent, die op deze foto's staat?'
'Ja'■
De eerste dagen van mijn verblijf in A. 214 was ik als verdoofd. Ik at en dronk. Ik ging op tijd slapen. Ik werd door het eerste gestommel op de galerij 's-morgens in de vroegte wakker. Al deze dingen nam ik bewust waar, en toch gingen ze buiten mij cm. Meestentijds lag ik op mijn brits na te denken. Waarover? In het begin wist ik dat zelf niet. Maar gaandeweg drong het tot me door, dat ik eigenlijk maar over éen ding piekerde: Folkert Folkertsma had me in de steek gelaten.
In de maanden, die aan mijn arrestatie voorafgingen, had ikzelf altijd geweten, dat ik vroeg of laat tegen de lamp zou
52