hij groot en sterk. Hoe oud is hij eigenlijk?' Hij had een stem als een hese klarinet.
Enkele gegevens uit de Burgerlijke Stand werden mondeling verstrekt.
'Aardig werk. De jongen heeft beslist aanleg. Maar hij moet nog veel leren'.
Vader keek misnoegd. Zijn zoon zou nog veel moeten leren. .. toe nou!
'Ik heb thuis mooi koperwerk uit Azië. .. dat zou hij eens
moeten bekijken'.
Vader keek schijnheilig nederig.
'Als je zin hebt, kom dan eens langs'.
De Jonker wilde, dat ik die avond al zou komen. Ik loog, dat ik het te druk had. Over drie dagen, 's-avonds om een uur of acht.
Ik was geen onschuldig groentje. De Jonker zat achter mij aan. Belachelijk, die rare vent met zijn marsepeinen varkens-koppie en zijn dun stemmetje. Maar waarom zou ik niet met vuur spelen? Was zijn belangstelling eerlijk, of veinsde hij? Ik klampte me vast aan de gedachte, dat er misschien toch iemand in de wereld zou zijn, behalve mijn moeder, die wat om me kon geven, voor wie ik iets kon betekenen. De Jonker maakte zelf de deur open in een wolk van eau de cologne en met een verontschuldiging. Het was hem ontgaan, dat het personeel vanavond vrijaf had. Geen nood, hij wist de weg in zijn eigen huis, ha ha ha.
Werkelijk, hij bezat een prachtige verzameling koperwerk. Tafels en rookstellen, serviezen van gedreven metaal, de heilige tempelvazen vond ik prachtig, ik zou er voor kunnen knielen; geslagen koper op een wonderlijke manier ingelegd met gedreven zilver. Middelpunt van het huis was een kamer, die meer weg had van een kleine zaal. In de hoeken stonden palmen. In de grote ouderwetse schouw brandde een stapel houtblokken, het was najaar en je kon 's-avonds best een
42