gedachte, dat hij op een gegeven moment hun hebzucht niet meer zou kunnen bevredigen. . . en dat alles uit zou komen. 'Wat moet ik doen? Als er geen oplossing komt, maak ik me van kant'.
Zo'n aankondiging van zelfmoord klinkt theatraal. Suicide komt in onze kringen vaker voor dan men denkt. Als wij radeloos zijn, zijn we bijna altijd totaal radeloos zonder enige hoop op uitkomst.
De moeilijkheden van Wim waren ernstig. Er kwam voor mij nog bij, dat Tom, die uiteraard alles had gehoord, zijn aanvankelijk gevoel van medelijden kwijt raakte en onverholen blijk gaf van zijn jaloezie. Wim was te opgewonden om naar den Haag terug te rijden. Hij ging naar een hotel. Nadat hij vertrokken was, maakte Tom een scene. Hij vond, dat ik aan mijn eigen zorgen genoeg had. Moest ik me door de zwarigheden van een ander terug laten drukken in de toestand van radeloosheid, waaraan ik pas was ontsnapt? Vriendschap was mooi en de drang om anderen te helpen lofwaardig, maar ik moest eerst om mezelf denken. Ik bezwoer deze storm door te zeggen, dat ik te moe was om verder te kibbelen. Goede nacht en wel te rusten. Morgenochtend is het een andere dag, dan zullen we wel verder zien. Ik sliep die nacht niet. Het probleem van Wim had mij voor een keuze geplaatst. Al werden Tom's raadgevingen dan ingegeven door jaloezie, ik kon niet ontkennen, dat ze indruk op me maakten. Een hels leven lag achter mij. Nu scheen een rustiger en in elk geval gelukkiger periode voor me aangebroken. Moest ik me weer in de draaikolk storten? Nu niet voor mezelf, maar voor anderen? Toen stond plotseling de gedachte voor me: wat zou Piet van Nunen in zo'n geval doen? Het antwoord was niet moeilijk. Hij zou zichzelf en zijn eigen belang wegcijferen. Geen sekonde aarzelen. Zijn medemens ogenblikkelijk te hulp komen. Ik dacht: dit is een soort examen dat ik moet afleggen. Als
137